De Belgische Haas

Dit is mijn tweede favoriete raskonijn. Dit ras heb ik al sinds het jaar 1998 bij mij in het hok en jaarlijks probeer ik hier een of twee nestjes jongen te fokken.

Dit ras, afkomstig uit België, werd door de Engelse fokker Lumb allereerst in Engeland bekend. In 1874 werden deze dieren op een tentoonstelling gebracht en in 1887 werd de Engelse Belgian Hare Club opgericht voor fokkers die zich speciaal voor dit konijnenras interesseerden. Binnen 10 jaar verwierf het ras bekendheid in diverse andere landen en uiteraard ook in België en Nederland ontstond veel belangstelling voor dit prachtige konijnenras.

In de Nederlandse konijnenstandaard staat beschreven dat in ons land het ras erkend is in de kleurslag haaskleur sinds 1907. In de tanpatroonuitmonstering werd de kleurslag erkend in 1978. Gefokt in Nederland. In wit gefokt in België en in ons land erkend in 1984.

De speciaalclub van de Belgische Haas houdt  jaarlijks een fokkersdag, eind augustus, waar fokkers met een aantal jong gefokte Belgische Hazen bijeenkomen.  Een beschrijving is te vinden op de website: www.belgischehazen.nl ; verzorgd door fokker Olthuis.

Standaardbeschrijving Belgische Haas in haaskleur.

1. Gewicht: 3,50 - 4.50kg.

2. Type en bouw: Het type is specifiek lang en gestrekt.  Het lichaam is gespierd en sterk zonder uitstaande rugwervels en knieën. De rugbelijning loopt vanuit de nek in een vloeiende lichtgebogen lijn naar de soepel verlopende achterhand. De hals is goed zichtbgaar en verhoogt de lengte en is absoluut vrij van wam. De lichaamsdoorsnede is elipsvormig. De borst is krachtig ontwikkeld, vooral bij de rammen. De voedsters tonen een iets bredere bekkenpartij. De buikbelijning verloopt evenwijdig aan de rugbelijning omdat de buik flink opgetrokken is. De staart is lang en wordt rechtop gedragen op het midden van de achterhand.

De kop is betrekkelijk lang en smal. Bij de ram iets breder en deze heeft wat meer ontwikkelde wangen dan de voedster. De slanke kop harmonieert bij een lang gestrekt lichaam. De ogen zijn groot en tonen het temperament van het ras. De oren zijn relatief lang; minum 13 cm, ideaal is 14 cm en langer, mits in verhouding tot de lichaamslengte. De oren worden aaneensluitend gedragen, zijn goed behaard , niet grof van weefsel, vrij van plooien of vouwen en aan de top lichtelijk afgerond.

3. Pels en pelsconditie:

De pels is relatief kort, dicht ingeplant met relatief weinig onderhaar, iets fijn van structuur en glanzend.

4. Benen en stelling:

De voorbenen zijn lang, dun, gespierd en  kaarsrecht met goed gesloten voorvoeten. De benen vormen een typish raskenmerk. De sterke achterbenen staan evenwijdig aan het lichaam. De lengte en kwaliteit van de voorbenen is bepalend voor de gewenste hoge stelling, waardoor ze met ede licht gebogen rugbelijning, de sterk opgetrokken buik en de elegante kop en oren de adel van dit ras uitstralen.

5. De dekkleur en buikkleur:

Het ras is erkend in de haaskleur, een krachtige roodbruine kleur, hoe warmer hoe waardevoller. De rossigrode dekharen vertonen een zwarte ticking, fraai en regelmatig. De kleur en ticking strekken zich tevens uit over flanken, kop en oren. De ticking op borst en voorbenen is geringer dan op de rug. De triangel is krachtig roodbruin. De oren zijn zwart omzoomd. De bovenzijde van de staart is donkerder dan het dek. De buikkleur is roomkleurig tot licht tankleurig, evenals de kleur van de neus, oogringen,onderzijde kind, kaakranden, achterzijde van de voorbenen en de binnenzijde van de achterbenen. Eveneens de onderzijde van de staart.

De oogkleur is donkerbruin . De nagels zijn donkerhoornkleurig en de snorharen zijn zwart met uitzondering van de snorharen in de kaakrand, die hebben deze kleur.

6. De tussen- en grondkleur:

De warme rode tussenkleur beslaat ongeveer 2/3 deel van de haarlengte en is scherp begrensd. Boven de tussenkleur bevindt zich een smalle zwarte kleurring. De grondkleur van dek en borst is blauw. De grondkleur aan buik en onderzijde staart is creme. Grondkleur van de schootvlekken is blauw.

7. Lichaamsconditie en verzorging:

Hier geldt net als voor alle rassen: geen traanogen, vuile voetzolen of lange nagels. 

Standaardbeschrijving  Belgische Haas in tanpatroon:

positie 5: kleurpatroon en uitmonstering:

de dekkleur vormt samen met de tankleur de uitmonstering. Onder tankleur wordt verstaan een roestroodbruine kleur, hoe vuriger hoe beter. Tankleurige delen zijn: de snuittekening in de neusgaten en is scherp begrensd. Een gesloten tankleurige ring om de ogen, een tankleurige streep die vanaf de onderkaak langs de kaakrand loopt en die tussen de oren door aan de voorzijde van de oorwortels in de oorvlekjes eindigt en aan de achterzijde in de triangel. De triangel is zo klein mogelijk, scherp begrensd en niet lepelvormig. De binnenzijde van de oren is sterk tankleurig. De kleur van de onderkaak gaat over in de borstkleur, loopt tussen de voorbenen door en gaat over in de buikkleur. Een iets zwart gemêleerde borstkleur is toegestaan. De voorbenen zijn aan de voorzijde gekleurd als de dekkleur, de binnen-en achterzijde zijn tankleurig. Aan de voorvoeten zit tussen de tenen een tanvlekje. Op de voorzijde van de voorbenen bevinden zich uitstaande tankleurige gepunte haren, spitzen genaamd die regelmatig verdeeld zijn. Op de achterbenen loopt in het midden van de achtervoet een strakke scheidingslijn tussen de kleuren. De binnenste 2 tenen in het tankleurige deel en  tussen de 3e en 4e teen zit een tanvlekje. De buitenzijde van de achterbenen is als de dekkleur. Op het onderste deel van de zijden en op de achterhand bevinden zich uitstaande tankleurige haren, de zogeheten spitzen. Zij beslaan ongeveer de helft van de hoogte van de zijden. Onderzijde staart is tankleurig, voetzolen zijn iets lichter gekleurd.

positie 6 de dekkleur en de buikkleur:

De dekkleur bevindt zich op de kop, buitenzijde van de oren, het dek, voorzijde van de voorbenen, buitenste helft van de achterb enen en bovenzijde staart. Glanzend diep zwart. De buikkleur is egaal tankleurig, hoe vuriger hoe beter. De tankleur strekt zich uit tot de haarbasis. De onderzijde van de staart is tankleurig, de oogkleur is donkerbruin, de nagels donkerhoornkleurig, de snorharen hebben de kleur van het kleurveld waarin ze staan. De tussenkleur is zwart en loopt zo ver mogelijk door naar de haarbasis. De grondkleur op rug, triangel, borst en schootvlekken is donkerblauw.